
Reactie op voorstel eigenaarschap warmtenetten
Ennatuurlijk is net als andere warmtebedrijven in Nederland teleurgesteld in en bezorgd over het voornemen van minister Klimaat en Energie Rob Jetten om in de ministerraad van 21 oktober voor te stellen dat de warmtenetten in Nederland in de toekomst voor minimaal 50% + 1 aandeel – dus in meerderheid - verplicht in handen moeten zijn van publieke partijen. Dat voornemen voldoet namelijk niet aan twee voorwaarden uit de “Kamerbrief voortgang Wcw”: de warmtetransitie mag niet vertragen én er moet voldoende publieke realisatiekracht zijn. Verder gaat het voornemen voorbij aan de conclusies van drie onderzoeken die de minister heeft laten uitvoeren én de mening van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Ennatuurlijk hoopt, net als de hele sector, dat de ministerraad en Tweede Kamer tot inkeer komen en het voorgenomen besluit herzien.
Ennatuurlijk blijft met haar bestaande netten haar klanten gewoon bedienen en blijft werk maken van verdere verduurzaming. Immers in de voorstellen kunnen bestaande warmtenetten nog 30 jaar op de bestaande manier worden voortgezet. Nieuwe projecten en samenwerkingen die in gang waren gezet, zullen vertraging oplopen doordat partijen op elkaar gaan wachten waardoor Ennatuurlijk geen initiatieven meer kan of wil nemen.
De warmtebedrijven hebben de minister eerder al laten weten zich grote zorgen te maken over de consequenties van zijn voornemen. Dit zal de warmtetransitie immers vertragen en duurder maken. Daarnaast zien de warmtebedrijven praktische bezwaren. Zo zouden private partijen risicokapitaal, kennis en ervaring moeten inbrengen zonder dat ze zeggenschap hebben. Veel gemeentes zijn voorstander van meerdere samenwerkingsvormen, publiek, privaat of een combinatie van beide. Het model dat de minister nu voorstaat, bestaat overigens nergens in Europa.
De warmtebedrijven werken al intensief samen met gemeentes om werk te maken van de energietransitie. Die transitie blijft vragen om de inbreng van alle partijen die hun risicokapitaal, kennis en ervaring kunnen stellen om de energietransitie mede mogelijk te maken. De warmtebedrijven pleiten er dan ook voor om ruimte te scheppen voor zowel publieke en private warmtebedrijven, als voor publiek-private samenwerkingsverbanden zonder restricties aan de eigendomsverhouding.