Buffers: slimme hulp tegen netcongestie

De energietransitie is in volle gang, maar ons elektriciteitsnet piept en kraakt. Er is simpelweg niet genoeg ruimte op het net voor alle duurzame plannen. Gelukkig zijn er slimme manieren om daar iets aan te doen. Tina werkt bij Ennatuurlijk in het KCO-team (kleine collectieve oplossingen) en legt uit hoe buffers helpen om dat probleem te tackelen.
 

Spits vermijden op het stroomnet

“We gebruiken in het ontwerp van onze energiesystemen vaak buffers: grote vaten waarin we warm of koud water opslaan voor ruimteverwarming, koeling of de opwarming van warm kraanwater,” vertelt Tina. “Daardoor kunnen we de warmtepomp laten draaien op momenten dat er veel duurzame stroom beschikbaar is – bijvoorbeeld overdag met zon of ’s nachts met wind – en die warmte pas later gebruiken. Dat haalt de druk van het net, juist op piekmomenten. Dit zorgt er ook voor dat we met een kleinere installatie uit de voeten kunnen en dus slimmer ontwerpen. De piek wordt vanuit de buffer geleverd.”

Ze vergelijkt het met verkeer: “Zie het als een snelweg tijdens de spits. Als je daarvóór of daarná al rijdt, vermijd je de file. Met buffers doen we precies dat: we gebruiken stroom uit het net om de buffers te laden met warm water als het rustig is, en leveren warmte aan onze klanten als het druk is.”
 

Flexibiliteit is de sleutel

Samen met slim ontworpen warmtepompen zorgen buffers voor flexibiliteit. “We maken het systeem minder afhankelijk van het moment,” zegt Tina. “Dat helpt enorm in wijken waar het net al vol zit. We kunnen daar gewoon duurzame energie blijven leveren, zonder dat het net voor ons verzwaard hoeft te worden.”

Niet alleen techniek, maar samenwerking 

Tina benadrukt dat dit geen soloproject is: “We doen dit samen met ontwikkelaars, netbeheerders en andere partners. Iedereen voelt de druk, dus samenwerken is echt noodzakelijk. Buffers zijn wat mij betreft het bewijs dat technische oplossingen ook gewoon praktisch en haalbaar kunnen zijn, waardoor de energietransitie en de opgave in de woningbouw geen vertraging hoeft op te lopen.”