Mobiel menu
Home
Body tekst

Voor Aardwarmte produceren bestaat niet  één techniek. Hoe dieper je boort, hoe warmer het wordt. Er zijn verschillende vormen om deze warmte van de diepte naar het oppervlak te krijgen, afhankelijk van waar je bent, en wat je met de warmte wilt doen. In dit bericht leggen we de belangrijkste soorten uit.

Tekst

Lokale warmte voor lokale behoefte

In Nederland gebruiken we aardwarmte vooral voor verwarming. Denk aan kassen, woonwijken of bedrijven. Het warme water komt uit een diepte van 2 tot 3 kilometer, waar we het oppompen en weer injecteren in een matrix formatie (een geode doorlatende laag met daarboven een afsluitende laag,  en is op die dieptetussen de 60 en 100 graden Celsius. Dat is perfect voor verwarming via een warmtenet.

Ondiepe geothermie

Bij ondiepe geothermie boor je minder diep, bijvoorbeeld tot 1500 meter. De temperatuur is lager, maar nog steeds bruikbaar – in een lage temperatuur-netwerk of  in combinatie met een warmtepomp. Dit wordt vaak toegepast bij nieuwbouwwijken of kantoren.

Close-loop systemen

In een close-loop systeem circuleert een vloeistof in één  gesloten buis onder de grond. Er is geen direct contact met de formatie of het water. Het is ‘gesloten’. Dit systeem is veilig en onderhoudsarm, maar levert minder warmte op omdat het water minder tijd heeft om op te warmen op diepte. Het blijft immers in die ene buis. Het is vooral geschikt voor kleinere toepassingen. 

Super hot rock 

In landen zoals IJsland of de VS wordt geëxperimenteerd met super hot rock: boren tot dieper dan 5 kilometer, waar de temperatuur boven de 300 graden ligt. Daarmee kun je zelfs elektriciteit opwekken. In Nederland zijn we hier nog niet mee bezig. Het boren naar deze diepte is de grote uitdaging. Onze ondergrond als ook onze dichtbevolkte stedelijke gebieden zijn hier niet ideaal voor. Dit wordt nu toegepast in hardere gesteente formaties.

Waarom niet alles overal kan

De temperatuur in de ondergrond stijgt niet overal even snel. In IJsland is de aardkorst dunner en de geothermische gradiënt hoger. Daarom kunnen ze daar veel meer met aardwarmte doen. In Nederland zoeken we naar matrix formaties met een afsluitende laag zodat we de massa-balans in het reservoir kunnen controleren. Een minimale doorlatenheid is dan nodig om genoeg volume te kunnen pompen en met slimme technieken en goede planning blijven we dan weg van ondergrond breuken.