Warmte-etiketten
Wij werken hard aan het verduurzamen van onze warmtenetten. Sommige netten zijn al heel duurzaam, bij andere is er nog werk aan de winkel. Op de warmte-etiketten laten we in één oogopslag zien welke warmtebronnen er in een net gebruikt worden. Is het warmte uit de industrie of warmte uit de aarde? En wat is de CO2-besparing ten opzichte van verwarmen met een cv-ketel op aardgas? Wij geven graag inzicht in de duurzaamheid van onze warmtenetten.
Jouw warmte-etiket
De warmte-etiketten geven aan hoe onze netten ervoor stonden in 2023. Natuurlijk willen wij onze netten elk jaar weer verbeteren. Voor onze grootste netten hebben we daarom behalve de huidige situatie aangegeven ook wat we in de toekomst gaan doen om het net nog verder te verduurzamen. Klik hieronder door naar de warmtepagina's van jouw gemeente.
Bekijk de cijfers van onze grootste netten:
Benieuwd naar de cijfers van al onze netten?
Minder afzet
In 2023 was de vraag naar warmte lager dan in 2022. Minder vraag betekent immers ook minder opwek. De afgenomen vraag heeft twee oorzaken:
- Minder graaddagen: 2023 was een warmer jaar. Daardoor was er minder warmte nodig en was de inzet van piekinstallaties (vaak op basis van aardgas) minder vaak nodig.
- Minder warmteverbruik: klanten verbruikten minder warmte. We zien dat klanten bewuster omgaan met warmte door bijvoorbeeld isolatie van hun woning of bewuster omgaan met hun verbruik. In 2023 besteedden we hier vanuit Ennatuurlijk veel aandacht aan. Zo hebben we een isolatie-actie waarmee klanten voordeliger hun woning kunnen verduurzamen. Daarnaast geven we ook andere bespaartips waarmee klanten hun warmtevraag kunnen verminderen.
Volle inzet op ontwikkeling duurzame bronnen
We werken hard aan verdere verbetering van onze duurzaamheid. De doelstelling is 70% CO₂-besparing in 2030 en 100% in 2040. We blijven onze klanten informeren over bespaartips en ook de isolatie-actie zetten we door. Daarnaast werken we aan de verduurzaming van onze bronnen, zoals aardwarmte (geothermie), warmte uit oppervlaktewater (aquathermie) en warmte uit de industrie. Het zal nog enkele jaren duren voordat het effect daarvan zichtbaar wordt in de cijfers.
Zo lees je het warmte-etiket:
1. Primaire energiefactor (PEF): Drukt uit hoeveel fossiele energie nodig is voor de productie, distributie en levering van de warmte. Hoe lager dit getal is, hoe beter.
2. CO2-uitstoot en -besparing: De CO2-besparing is het verschil tussen de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie en distributie van warmte en de CO2-uitstoot die vrijkomt als elke woning of onderneming dezelfde warmte zou opwekken met een cv-ketel op aardgas. Hoe groter de besparing, hoe beter. De relatieve CO2-besparing verschilt per warmtenet en is afhankelijk van de bron en de warmte- en energieverliezen van de infrastructuur. Hoe duurzamer de bron, hoe meer deze bijdraagt aan de relatieve CO2-besparing. Bij warmtenetten met een warmtekrachtkoppeling (WKK) als bron neemt de CO2-besparing in de loop der jaren af. Een WKK wekt zowel elektriciteit als warmte op. Bij de berekening van de CO2-uitstoot voor warmteproductie met een WKK wordt de vermeden CO2-uitstoot door elektriciteitsproductie dan ook in mindering gebracht op de totale CO2-uitstoot van de installatie. Omdat de landelijke mix voor elektriciteitsproductie steeds duurzamer wordt, voornamelijk door het toenemende aandeel wind- en zonne-energie, neemt de vermeden CO2-uitstoot op elektraproductie af. Als gevolg hiervan neemt de CO2-uitstoot voor de warmteproductie toe. De WKK’s, die lange tijd als zeer energie-efficiënt gezien werden, zullen dus geleidelijk minder gaan presteren op CO2-besparing voor warmteproductie. Daarom zullen ze op termijn vervangen worden door een duurzamer alternatief.
3. Aandeel hernieuwbare energie: Het percentage hernieuwbare energie binnen de totale hoeveelheid energie die we gebruiken van opwek tot levering. Hoe hoger het percentage, hoe duurzamer.
4. Aandeel restwarmte: Het aandeel restwarmte uit industriële processen en datacenters binnen de totale hoeveelheid hernieuwbare energie die we gebruiken van opwek tot levering.
5. Warmteverlies: Tijdens het transport van het warme water van de bron naar de woningen en bedrijven is er warmteverlies. Hoe lager het warmteverlies, hoe beter. De relatieve warmteverliezen kunnen per warmtenet verschillen en zijn afhankelijk van onder meer de nettemperaturen, de omvang en transportcapaciteit, en het aantal en type klanten. Warmtenetten in een dicht stedelijk gebied waar veel klanten op aangesloten zijn, hebben een zogenaamde hoge warmtedichtheid en dus relatief lage warmteverliezen. Netwerken waar een relatief uitgestrekt warmtenet ligt of waar de volledige capaciteit nog niet benut is, zullen relatief hoge warmteverliezen hebben.