Mobiel menu
Home
Tekst

De warmtebranche wordt nu een paar jaar gegijzeld door het controversiële wetsvoorstel Wet collectieve warmte. Controversieel, omdat voormalig Klimaatminister Rob Jetten daarin de politieke keuze heeft gemaakt dat warmtebedrijven in meerderheid in publieke handen moeten zijn en de private partijen dus moeten worden onteigend. Dit gaat gepaard met een niet aantoonbare onderbouwing. Regelmatig rollen termen als “onbetrouwbaar” en “zakkenvullers” over tafel. En dat is niet leuk. Deze voorgenomen wet heeft zijn schaduw al voorruit geworpen: de desastreuze gevolgen van twee jaar stilstand in de warmtetransitie zijn duidelijk zichtbaar.

Vorige week was ik, net als een aantal andere “experts”, uitgenodigd door de Vaste Kamercommissie voor Klimaat en Groene Groei om over dit onderwerp in gesprek te gaan. Eindelijk! Want wat ik tot nu toe gemist heb, is een dialoog met de politiek. En die zou dan nu echt komen. De commissie wilde namelijk – volgens de uitnodiging – weten wat de marktpartijen en andere organisaties vinden van het wetsvoorstel. De samenstelling van de tafels was niet verrassend, de meeste ‘usual suspects’ waren er. En wat hun meningen zijn, dat wist ik van tevoren – net als de Kamerleden trouwens. Tijd voor verdieping dus, we zijn immers uitgenodigd voor een gesprek.

Dat gesprek kwam er echter niet. In de twee minuten die ik van de voorzitter kreeg om mijn introductie te doen, legde ik uit dat ik voor publiek en privaat ben in plaats van publiek of privaat en dat dit wetvoorstel warmte naar mijn idee alleen maar duurder zal maken. Ik stelde hen ook een paar vragen, waarvan de belangrijkste was of ze mij konden uitleggen hoe deze wet in de praktijk nu eigenlijk gaat werken. Want dat weet ik na twee jaar nog steeds niet.

Die antwoorden kwamen ook niet. Ik mocht, net als de andere genodigden, een paar vragen beantwoorden voordat de voorzitter concludeerde dat er helaas te weinig tijd voor dit onderwerp was ingepland, maar we wel gingen stoppen. Ik kreeg niet de indruk dat er de komende tijd nog een sessie komt om te zorgen dat echt alles op tafel komt en begrepen wordt.

Terug in de trein merkte ik dat ik teleurgesteld was. Noem het naïef. Maar ik had verwacht dat als de Kamerleden zich echt druk zouden maken om betaalbare warmte, ze deze middag de onderste steen boven zouden halen om te begrijpen waarom ik, de adviseurs van de minister en een heleboel andere deskundigen denken dat dit wetsvoorstel de warmteprijs bepaald niet ten goede komt. En dan heb ik het nog niet over de enorme vertraging die we aan het oplopen zijn.

Ik heb alle begrip voor de immense tijdsdruk van de hedendaagse parlementariër. Tegelijk mag je toch verwachten dat als je tot een voor Nederland ongekend ingrijpende wet overgaat, het parlement zich tot het uiterste inspant om de materie helemaal te doorgronden.