Hoe warmtenetten helpen bij netcongestie
Door de energietransitie neemt vraag en aanbod van elektriciteit snel toe. Sneller dan het stroomnet aankan. Dat zorgt op steeds meer plekken voor netcongestie. Het is vergelijkbaar met verkeerscongestie op een weg: als er meer auto’s (elektriciteit) zijn dan de weg (elektriciteitsnetwerk) aankan, ontstaat er een opstopping. Met name tijdens de spits (de piek in de stroomvraag ’s morgens en ‘s avonds) of als er heel veel duurzame energie wordt opgewekt. Met onze warmtesystemen kunnen we vraag en aanbod van stroom beter in balans houden en netcongestie helpen verlichten. Dat werkt als volgt.
Warmte produceren als de zon schijnt en de wind waait
We kunnen helpen om de druk te verlichten door (extra) warmte op te wekken als het aanbod van groene stroom het grootst is. Op dit moment verduurzamen we onze warmteproductie onder meer met e-boilers (een soort grote waterkokers) en warmtepompen. Dat zijn flinke installaties die elektriciteit gebruiken en die we maximaal kunnen en willen inzetten als de wind waait en de zon schijnt. Daarmee ontlasten we het net en zorgen we dat wind- en zonneparken hun energie kwijt kunnen.
Warmte opslaan
Op de momenten dat het aanbod van groene stroom groot is - en de prijs dus laag - vullen we ook gelijk onze warmtebuffers. Die warmte gebruiken we dan op momenten dat er weinig of geen groene stroom is en onze klanten wel warmte gebruiken. Ook op die manier onttrekken we extra stroom aan het net.
Geen of minder stroom gebruiken tijdens piekuren
Pieken in de vraag naar stroom leiden ook tot netcongestie. Met onze warmtesystemen kunnen we helpen de stroomvraag in de piekuren te verlichten door op die momenten geen of minder stroom te gebruiken. Onze e-boilers en warmtepompen zetten we dan uit of lager. Zo helpen we overbelasting te voorkomen.
Bijspringen met elektriciteit van onze WKK's
Mocht er te weinig stroom zijn, bijvoorbeeld ‘s avonds of ’s nachts als de zon niet schijnt, dan kunnen we bijspringen met onze warmtekrachtkoppelinginstallaties (WKK’s). Met een WKK produceren we warmte én elektriciteit uit gas en dat is nog altijd duurzamer dan elektriciteit uit een gas- of kolencentrale.
Hoe lokaler, hoe minder belastend
Vraag en aanbod van groene stroom (en ook van warmte) houd je het liefst lokaal, dus dicht bij elkaar. Daarmee heb je minder kans op congestie, vraag je het minst van de stroomnetten en is er zo weinig mogelijk energieverlies tijdens het transport. Op diverse plekken onderzoeken we de mogelijkheid van energiehubs waarop zowel ons warmtesysteem als lokale zon- en windparken aangesloten zijn. Hier kunnen we energie opslaan en vraag en aanbod op elkaar afstemmen zonder het lokale net te belasten.
Samen met onze klanten
Netcongestie voorkomen is ook een kwestie van bewust energieverbruik. Op dit moment is het nog heel normaal dat iedereen ’s morgens tegelijk kan douchen en iedereen ’s avonds tegelijk de verwarming hoger zet, kookt, wast en de elektrische auto oplaadt. Dat is in de toekomst niet langer houdbaar en betaalbaar, zowel voor de stroom- als voor de warmtenetten. Wij onderzoeken hoe we samen met onze klanten het warmtenet efficiënter kunnen gebruiken. Dat doen we onder andere door energiebesparende maatregelen. Daarnaast wordt het belangrijk om bewust te kiezen op welk moment je energie gebruikt, zodat de energievraag gelijkmatiger over de dag wordt verdeeld. Zo ontlasten we de netten en houden we de energietransitie haalbaar en betaalbaar.
Collectieve warmte zorgt voor balans
De energietransitie vraagt een integrale blik op onze energievoorziening. We hebben meerdere systemen naast elkaar nodig om de energietransitie efficiënt en betaalbaar te houden en om de beschikbare energie en onze infrastructuur optimaal te benutten. We kunnen niet onze volledige gebouwde omgeving verduurzamen met groene stroom. Collectieve warmtenetten en warmteopslag zorgen voor balans.
Meer lezen? Download ons magazine
Dit artikel komt uit de 5e edtie van ons magazine Doorpakken.
Benieuwd?