‘Niet de landelijke politiek, maar gemeenten moeten hun eigen keuze kunnen maken’

‘’Gemeenten hebben op dit moment bij de huidige warmtewet keuzevrijheid en dat ligt ook nog in lijn met de voorkeur van de warmtebedrijven en de publieke netbeheerders’’, schrijft Ernst Japikse, CEO Ennatuurlijk, als reactie op het opiniestuk van Tweede Kamerlid Henri Bontenbal dat op 29 september 2022 verscheen in het AD. In dit artikel stelde Bontebal: "Om grip te krijgen op de huidige energievoorziening is het belangrijk dat het eigendom van warmtenetten voor de helft in publieke handen komt." In dit artikel reageert Ernst Japikse op de stellingen die in het artikel naar voren zijn gekomen. Hoe kijkt hij aan tegen het eigendom van warmtenetten?
Analogie met gas en elektriciteit
In het artikel schreef Tweede Kamerlid Henri Bontenbal: “De huidige energiecrisis laat zien dat grip op onze energievoorziening van het allergrootste belang is.” Dat zou de reden zijn waarom hij ervoor pleit dat de warmte-infra wat hem betreft overwegend in publieke handen zou moeten zijn. Japikse: "Bij elektriciteit en gas is het door Bontenbal bepleitte publieke eigendom van de infrastructuur op dit moment het geval. Laat nou net daar de impact van de energiecrisis het grootste effect hebben. Zeggenschap over alleen de infrastructuur en dus het opknippen van de warmteketen is in elk geval niet de oplossing. Dat wijst de huidige energiecrisis uit. Energietarieven worden voor het grootste gedeelte bepaald door de beschikbare energiebronnen en niet door de infrastructuur."
Keuzevrijheid gemeenten
“Gemeenten zouden het liefst zelf het bedrijfstype – publiek, privaat of iets ertussenin – kunnen kiezen, maar het Europees recht staat dat niet toe. Dus moet de politiek nu een keuze maken.”, geeft Bontenbal vervolgens aan. Japikse: "Dit gaat er aan voorbij dat gemeenten in essentie op dit moment bij de huidige Warmtewet deze keuzevrijheid wel degelijk hebben en dat dit ook in lijn is met de voorkeur van de warmtebedrijven en de publieke netbeheerders. Gemeenten kunnen op dit moment al een (integraal) warmtebedrijf selecteren via een open, transparante en non-discriminatoire procedure, maar ze kunnen ook hun eigen warmtebedrijf oprichten.

Denk bijvoorbeeld aan Stadsverwarming Purmerend en Warmtebedrijf Rotterdam. Via inbesteden kunnen gemeenten het eigen warmtebedrijf aanwijzen voor een warmteproject. Als de gemeente vervolgens de aandelen of een zelfgekozen deel daarvan verkoopt aan een tweede aandeelhouder heeft zij feitelijk de keuze tussen publiek, privaat of iets ertussenin. Gemeenten zouden er zelfs voor kunnen kiezen om delen van het integrale warmtebedrijf separaat te zetten, zoals bijvoorbeeld in Hengelo is gebeurd. Daarbij dient zij echter wel rekening te houden met de leveringszekerheid en het toezicht door de ACM daarop. Het enige dat gemeenten hierbij niet mogen doen, zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur terzijde schuiven."
Politieke focus op versnelling warmtetransitie
Japikse gaat verder: "De focus van de politiek zou dus moeten zijn om vooral die keuzevrijheid mogelijk te blijven houden. Als de voorliggende Wet collectieve warmtevoorziening belemmeringen zou opwerpen in de huidige keuzevrijheid of in de mogelijkheid om als gemeente het eigen warmtebedrijf zondermeer aan te wijzen als warmtebedrijf voor een warmtekavel, dan moet dit aangepast worden. Alle andere keuzes in de marktordening en het uitsluiten van partijen leiden onherroepelijk tot enorme vertraging in de warmtetransitie. Juist doordat diezelfde gemeentes en provincies in een nog niet zo ver verleden hun warmteactiviteiten zelf hebben verkocht: bijvoorbeeld nog geen drie jaar geleden met de verkoop van Eneco en zelfs op dit moment nog met de voorgenomen verkoop van Warmtebedrijf Rotterdam. In al deze gevallen was de overtuiging van de verkopende publieke aandeelhouder(s) dat de publieke belangen ook of zelfs beter op een andere wijze gediend konden worden."
Borgen publieke belangen
"De publieke belangen van betaalbaarheid (maximum tarieven en maximale rendementen), duurzaamheid (afbouwpad CO2 uitstoot) en leveringszekerheid (integrale ketenverantwoordelijkheid en leveringsverplichting) worden juist in de Wet collectieve warmtevoorziening geborgd. Terecht ook, gezien het natuurlijke monopolie van een warmtebedrijf. Het eigendom van het warmtebedrijf is daarbij echter niet relevant. De publieke belangen kunnen namelijk onafhankelijk van het eigendom worden geborgd en staan daarmee de keuzevrijheid in eigendom voor gemeenten niet in de weg."